Te hoge factuur ontvangen?

Stel, u laat een website, webshop of software maken, maar u spreekt geen vaste prijs af. Omdat u al eerder zaken heeft gedaan met het bedrijf stemt u in goed vertrouwen in met het feit dat het bedrijf u facturen stuurt voor de gewerkte uren. U heeft immers al eerder een website laten maken door het bedrijf. U gaat ervan uit dat de kosten, net als de vorige keren, binnen de perken zullen blijven. Het bedrijf stuurt u echter facturen van meer dan € 9.500,- terwijl vorige keren de kosten niet meer dan        € 1.500,- bedroegen. Moet u de facturen betalen? In dit artikel geef ik, Walter Blansjaar, antwoord op deze vraag.

Dit artikel gaat over wanneer in het kader van een opdrachtovereenkomst een redelijk loon is verschuldigd. Aan de hand van een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Amsterdam licht ik dat toe. In deze zaak gaat het om de vraag of de opdrachtgever, die een webshop had laten maken maar daar wel erg hoge facturen voor ontving, gehouden is om deze facturen ook te betalen.

In deze zaak is de eiser een onderneming die websites en webshops ontwerpt. Voor het gemak noemen we de eiser “de webdesigner”. De gedaagde in deze zaak is een onderneming gespecialiseerd in haarproducten en pruiken. Voor het gemak noemen we de gedaagde “de winkel”.

De winkel en de webdesigner kennen elkaar al een aantal jaar. De webdesigner heeft eerder voor de eigenaar van de winkel twee websites en webshops gemaakt.

De eigenaar van de winkel vraagt de webdesigner wederom om een webshop voor haar winkel te bouwen. Er is dus sprake van een opdrachtovereenkomst. Er worden van tevoren echter geen prijsafspraken gemaakt. De webdesigner stuurt tijdens en na het bouwen van de webshop  verschillende facturen, in totaal ter hoogte van bijna € 10.000,-. De winkel betaalt ongeveer € 6.000,- van het totaalbedrag. De winkel stelt zich, na het opleveren van de webshop, op het standpunt dat de bedragen op de facturen veel te hoog zijn.

De winkel neemt contact op met een andere klant van de webdesigner om te controleren wat zij voor een vergelijkbare webshop moesten betalen. De winkel komt erachter dat de webdesigner aan die klanten slechts € 1.500,- in rekening heeft gebracht voor vergelijkbare werkzaamheden.

De webdesigner laat het er niet bij zitten en wil dat de winkel zijn facturen betaalt. Hij vordert in deze gerechtelijke procedure een bedrag van € 3.813,92 (het door de winkel onbetaald gelaten bedrag) vermeerderd met rente en overige kosten.

De kantonrechter overweegt dat sprake is van een tussen de webdesigner en de winkel gesloten overeenkomst van opdracht. De webdesigner stelt zich op het standpunt dat hij voor zijn werkzaamheden een normale prijs heeft gefactureerd. De winkel stelt zich op het standpunt dat het geen normale prijs betreft voor het bouwen van de webshop. De winkel heeft immers twee andere klanten van de webdesigner gesproken en die hoefden veel minder te betalen voor dezelfde werkzaamheden. Ook heeft de winkel nog twee andere ondernemingen benaderd en gevraagd wat zij zouden vragen voor het bouwen van een dergelijke webshop. De offertes van die ondernemingen kwamen, voor een soortgelijke webshop, uit op ongeveer € 350,- per webshop.

De winkel en de webdesigner hebben geen afspraken gemaakt over de hoogte van het loon of de prijs. De winkel is daarom het op de gebruikelijke wijze berekende loon, of bij gebreke daarvan,  een redelijk loon, verschuldigd aan de webdesigner. Dit volgt uit artikel 405 leden 1 en 2 van Burgerlijk Wetboek Boek 7. Wat in een concreet geval een redelijk loon is, moet worden beoordeeld aan de hand van de omvang, de aard en de inhoud van de werkzaamheden en hetgeen gebruikelijk is in de branche.

De kantonrechter is van mening dat de webdesigner onvoldoende heeft onderbouwd dat het totaalbedrag uit hoofde van de facturen een redelijke prijs is voor de geleverde werkzaamheden. De webdesigner heeft de werkzaamheden voor het technisch gedeelte van het bouwen van de webshop namelijk niet onderbouwt. Hij heeft wel inzicht gegeven in de werkzaamheden maar is niet ingegaan op de gefactureerde bedragen. De onduidelijkheid over de opbouw van de facturen blijft daardoor volgens de kantonrechter bestaan. De kantonrechter komt tot de conclusie dat de webdesigner onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld en dat nu niet kan worden beoordeeld of hij voor zijn werkzaamheden een redelijke prijs heeft gevraagd.

De kantonrechter wijst daarom de vorderingen van de webdesigner af. De webdesigner heeft namelijk niet kunnen aantonen dat sprake is van een redelijk loon. De webdesigner moet ook de kosten van de gerechtelijke procedure vergoeden.