Verzekeringsrecht: biedt de WAM-verzekering dekking als u met te veel alcohol op achter het stuur kruipt?




14 september, 2023

Verzekeringsrecht: biedt de WAM-verzekering dekking als u met te veel alcohol op achter het stuur kruipt?

Casus

Op 21 september 2014 duwen twee personen de auto van de vader van één van hen (de uiteindelijke bestuurder) de straat uit en rijden vervolgens weg. De bestuurder van de auto had alcohol genuttigd en mocht daardoor niet rijden. Hij besluit dit toch te doen. Niet veel later veroorzaakt de bestuurder een verkeersongeval; hij rijdt tegen een geparkeerde auto aan die wordt doorgedrukt tegen een lantaarnpaal. De bijrijder van de bestuurder, een vriend van hem, loopt daardoor letsel op. Hij vordert van de WAM-verzekeraar van de auto succesvol schadevergoeding. De verzekeraar start vervolgens een gerechtelijke procedure tegen de bestuurder van de auto, om de betaalde schadevergoeding te verhalen op de bestuurder van de auto, omdat hij te veel alcohol had gedronken ten tijde van het ongeval. Over deze kwestie wordt uiteindelijk tot de Hoge Raad geprocedeerd.

Verloop procedure

De verzekeraar baseert haar vordering op art. 15 lid 1 WAM. Die wettelijke bepaling maakt het voor WAM-verzekeraars mogelijk om, bij het ontbreken van dekking, het bedrag van de uitgekeerde schadevergoeding te verhalen op de aansprakelijke partij (in dit geval de bestuurder), mits de aansprakelijke partij dezelfde persoon is als de verzekeringnemer van de WAM-verzekering. Indien de aansprakelijke partij niét dezelfde persoon is als de verzekeringnemer, dan schrijft de wet voor dat verhaal van de betaalde schadevergoeding niet mogelijk is, tenzij de aansprakelijke partij niet te goede trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt.

In deze kwestie was de bestuurder van de auto niet de verzekeringnemer, omdat hij in de auto van zijn vader reed. Het is dus de vraag of de (dikgedrukte) tenzij-clausule van toepassing is. Met andere woorden: mocht de bestuurder wel of niet te goede trouw aannemen dat hij, door het rijden onder invloed, niet verzekerd zou zijn als hij schade zou veroorzaken?

De kantonrechter

Ter zitting verklaart de aansprakelijke bestuurder dat hij niet wist dat de schade niet verzekerd zou zijn, omdat hij alcohol had gedronken. De verzekeraar stelt dat het een feit van algemene bekendheid is dat een WAM-verzekeraar geen dekking biedt als er schade ontstaat terwijl de bestuurder van het voertuig onder invloed van alcohol is.

De kantonrechter oordeelt dat het door de verzekeraar gestelde feit van algemene bekendheid niet kon worden aangenomen en wees daarom de vordering van de verzekeraar op de bestuurder af. Tegen deze beslissing is de verzekeraar in hoger beroep gegaan.

Het Hof

De verzekeraar voert in hoger beroep onder andere aan dat uit de omstandigheden blijkt dat de bestuurder zich bewust was van het feit dat hij niet meer mocht rijden en dat dit consequenties zou hebben voor de dekking van de schade onder de verzekering. Het Hof benadrukt dat het erom gaat wat de bestuurder wist over de consequenties van het gebruik van alcohol voor de dekking onder de verzekering als hij schade zou veroorzaken. Op grond van de gestelde omstandigheden kon niet worden aangenomen dát de bestuurder zich hiervan bewust was, aldus het Hof.

Ook voert de verzekeraar in hoger beroep aan dat het een feit van algemene bekendheid is dat WAM-verzekeraars geen dekking bieden als een bestuurder met alcohol op deelneemt aan het verkeer. Dit standpunt volgt het Hof niet. Het Hof benadrukt dat het weliswaar een feit van algemene bekendheid is dat alcohol de rijvaardigheid beïnvloedt, dat het gevaarlijk is om in een auto te gaan rijden met teveel alcohol op en dat dit strafrechtelijke consequenties kan hebben, maar dat het géén feit van algemene bekendheid is dat schade bij rijden onder invloed van dekking onder de verzekering uitgesloten kan zijn.

Hoge Raad

De verzekeraar was het niet eens met het oordeel van het Hof en is daarom in cassatie gegaan. Op 8 september 2023 volgde de uitspraak van de Hoge Raad.

De Hoge Raad buigt zich – kort gezegd – over de vraag of het Hof het begrip goede trouw op de juiste wijze heeft toegepast. De Hoge Raad verwijst naar art. 3:11 BW.: goede trouw ontbreekt als de aansprakelijke persoon wist dat zijn aansprakelijkheid niet door een verzekering was gedekt, maar óók indien de aansprakelijke persoon dat in de gegeven omstandigheden behoorde te weten. Van dat laatste is ook sprake als de aansprakelijke persoon goede reden tot twijfel had.

Het Hof heeft miskend dat goede trouw ook ontbreekt als de bestuurder goede reden had om te twijfelen over de vraag of zijn aansprakelijkheid door de verzekering was gedekt, dan wel dat het Hof in het licht van de gestelde feiten en omstandigheden niet begrijpelijk heeft gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigt daarom het arrest van het Hof Amsterdam en verwijst de zaak naar het Hof Den Haag voor verdere behandeling en beslissing.

Conclusie

Het Hof Den Haag zal zich de vraag moeten stellen of de bestuurder wist of had behoren te weten dat hij, door het rijden met te veel alcohol op, niet verzekerd zou zijn. Deze zaak krijgt dus nog een “staartje”. Wat denkt u? Had de bestuurder moeten weten dat hij, door het drinken van alcohol, niet verzekerd zou zijn?

Advocaat Verzekeringsrecht

Advocaten Letselschade en Verzekering

Heeft u bijvoorbeeld door het toedoen van een ander letsel opgelopen of heeft u problemen met uw verzekering en wenst u daarover advies te krijgen? Neem dan contact op met mij of mijn collega’s van de sectie Letselschade en Verzekering van Wildenberg Advocaten.

U mag dit bericht delen: